Armand Sağ
Link
 

 

Het buitenlandse beleid van Turkije
   
 

Het buitenlandse beleid van Turkije

Het zal iedereen zijn opgevallen dat Turkije zich momenteel in alle hoeken en bochten wringt om een vriendschappelijke relatie met alle buurlanden tot stand te brengen. De moeilijkheid zit hem erin dat Turkije vanaf haar oprichting in 1923 juist geen betrekkingen met de buurlanden wenste te hebben om zich zo te kunnen richten op de interne problemen.

In 1923 was Turkije namelijk nog een mengelmoes van allerlei volkeren, veel daarvan waren trouw aan hun religie en in veel mindere mate aan hun nationaliteit (denk aan de verzuiling in Nederland tot de jaren ’50). Atatürk probeerde dit te veranderen door een nieuw beleid van ‘nation-building’ door te voeren. Hierdoor had Turkije geen energie om te 'verspillen' aan diplomatie met buurlanden. Dit 'omringd-door-vijanden'-beleid kwam goed van pas om het proces van eenheid te versnellen, tenslotte had men nu een stok om mee te slaan: “als we geen eenheid vormen, zullen al onze vijanden ons aanvallen en vernietigen”. Dit beleid werd echter te lang doorgevoerd onder het mom van “alle beslissingen van Atatürk zijn eeuwig en dienen onveranderd te blijven”, waardoor het vanaf de jaren ’60 juist een averechtse werking had. De buurlanden begonnen zich te mengen in Turkse interne aangelegenheden, denk hierbij aan Syrië (dat onderdak bood aan PKK-terroristenleiden Öcalan), Irak (schuilplek voor de PKK), Sovjet-Unie (financiële steun aan communistische partijen in Turkije) en Bulgarije/Griekenland (dat steevast etnische Turken uitwees naar Turkije).

Anno 2009 is hierin echter grote verandering gekomen met de komst van de politicoloog Ahmet Davutoğlu, aanvankelijk als politiek adviseur en later als minister van Buitenlandse Zaken. Zijn 'geen-vijanden'-beleid zou er voor moeten zorgen dat Turkije alle vijandschap met haar buren kan wegnemen om zich zo weer te storten op interne problematiek. Ditmaal om de culturele diversiteit te behouden (Armeens en Koerdisch vooral).

De toenemende verbetering van de internationale betrekkingen tussen Turkije en al haar buurlanden moet hierdoor niet zozeer gezien worden als een toenadering van Turkije tot het oosten. Want Turkije heeft dezelfde toenadering ook gezocht met betrekking tot haar westerse en noordelijke buren. Juist hierdoor hebben de voormalige aartsvijanden Griekenland, Bulgarije en Armenië zich onlangs uitgesproken voor een EU-lidmaatschap van Turkije. Vooral de verklaringen van deze drie landen hebben voor veel verbazing gezorgd omdat een vriendschappelijke relatie vijf jaar geleden nog onmogelijk leek. Zo had Bulgarije ruim drie miljoen van haar in totaal vijf miljoen etnische Turkse burgers weggejaagd en naar Turkije uitgewezen. Hierdoor leek het slechts een kwestie van tijd voordat er een crisis zou uitbreken tussen beide landen. Het liep echter totaal anders.

Hetzelfde gold ook voor Armenië-Turkije; toen Armenië in 1992 het olierijke maar zwakke Azerbeidzjan aanviel, sloot Turkije in 1993 prompt haar grens met Armenië en ging over tot een volledig boycot van Armenië om zich zo solidair te verklaren met Azerbeidzjan. Dit had vooral te maken met de taalkundige en culturele eenheid tussen Azerbeidzjan en Turkije (beide landen spreken Turks; te vergelijken met Vlaams-Belgie en Nederland). Het mocht echter allemaal niet baten, want Azerbeidzjan verloor de oorlog verpletterend. Ongeveer 24% van het Azerbeidzjaans grondgebied werd bezet (tot op heden) en ruim 800.000 (volgens sommige bronnen een miljoen) Azerbeidzjanen werden verdreven uit die bezette gebieden. De handhaving van het Turkse boycot van Armenië na 1993 had meer hiermee te maken, dan met de Armeense kwestie van 1915.

Ondanks decennialange vijandschap lijkt Turkije met succes de betrekkingen met haar buurlanden aan te halen. Zo is er met Turkmenistan, Azerbeidzjan en Georgië afgesproken om de Nabucco-aardgasleiding aan te leggen, waardoor Europa niet meer afhankelijk is van Rusland. Hierdoor is Rusland fel tegen dit project, mede daarom besloot Ankara tot een samenwerking met Rusland in het ‘South Stream’ (Zuidstroom)-project. Hiermee zou Turkije naast aardgas uit Azerbeidzjan en Turkmenistan (beide Turkssprekende culturele verwanten van Turkije), ook nog Russisch aardgas naar Europa kunnen vervoeren. Ook zijn er al plannen om de Nabucco uit te breiden naar Iran en Irak, waarbij alle leidingen door Turkije zullen gaan. Hierdoor tracht Turkije zich te profileren als een hulpvaardig land dat de brugfunctie tussen oost en west vervult, tegelijkertijd probeert het actief bij te dragen aan de vrede van de internationale gemeenschap. Zo zond Turkije de afgelopen jaren veelvuldig vredestroepen uit (onder andere naar Afghanistan, Balkan, Libanon, Irak etc.), terwijl de enige noemenswaardige missie daarvoor de Korea-oorlog van de jaren ’50 was.

Het nieuwe beleid van Davutoğlu moet hierdoor niet verkeerd begrepen worden als een toenadering van Turkije tot het oosten, het is een compleet andere koers dan Turkije hiervoor heeft gevolgd. In plaats van zich af te zonderen van haar buren, wil Turkije nu een actieve rol spelen in zowel de regio (Balkan, Kaukasië en Midden-Oosten) als in de internationale gemeenschap. Of dit ook daadwerkelijk gaat lukken, is nog een tweede vraag maar Turkije lijkt op de goede weg.



Armand Sağ

17 oktober 2009

© Armand Sağ 2009

 

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)