Armand Sağ
Link
 

 

De ondergang van de Osmanen
   
 

De ondergang van de Osmanen

De opkomst van het nationalisme was één van de bepalende factoren voor de ondergang van het Osmaanse Rijk (1299-1922). Vooral de Arabieren vormden zich, onder het mom van nationalistische aanhangers, van 'trouwe Osmaanse burgers' en 'medemoslims van de Turkse Osmanen' tot geduchte tegenstanders van het Osmaanse Rijk. Uiteraard waren de Arabieren niet het enige volk dat beïnvloed werd door het opkomende nationalisme. Na de Franse Revolutie in 1789 waaide het aspect van nationaal trotsgevoel via de rest van Europa ook over naar het Osmaanse Rijk, ongeveer 120 jaar na 1789.

Voor de Turken binnen het Osmaanse Rijk werd het nationalisme pas een serieus aspect toen er in de Balkan Oorlogen van 1912-1913 grote gebieden verloren gingen aan de Slavische volkeren aldaar. Voor het eerst werd er gebied verloren waar een immens grote Turks-Osmaanse gemeenschap woonzaam was, voorts waren de veroverende Serviërs niet al te vriendelijk voor achterblijvers. Veel Turks-Osmaanse burgers werden simpelweg vermoord of verdreven, volgens Prof. Dr. Justin McCarthy ging het om meer dan vijf miljoen Turkse Osmanen.[1] Dat deze etnische zuiveringen, die uitgevoerd werden door Servische, Bulgaarse en Griekse troepen, veelal uit nationalistische motieven voortkwamen, zorgde ervoor dat de Turkse bewoners die verdreven werden uit de Balkan deze ideeën meenamen naar hun nieuwe woonoorden in Anatolië.

Toch is vooral het Arabische nationalisme belangrijk om de ondergang van het Osmaanse Rijk beter te kunnen begrijpen. Het was uiteraard niet de enige reden voor de instorting van het Osmaanse Rijk, maar het was echter wel de voornaamste reden dat de Osmanen het zuidelijke front verloren tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Met het verliezen van dit front was het gedaan, want het westelijk front (de veldslag bij Çanakkale in 1915) werd wel gewonnen. Ook op het oostelijke front tegen de Russen en lokale Armeense milities (de slag bij Sarıkamış) waren de Osmanen succesvoller. Dit front kwam tot een eind met de Oktoberrevolutie van 1917, toen de Russen besloten liever communistisch te worden dan 'Turken af te maken'.

Het zuidelijk front was eerder al aangevallen in 1911 door de Italiaanse inval in Libië, waarbij er maar weinig Osmaanse troepen naar Libië gestuurd konden worden om de daar gestationeerde troepen en Osmaans-loyale burgers die de strijd aangingen tegen de Italiaanse invallers, te steunen. Het werd uiteindelijk verloren door een overmacht aan Italiaanse troepen (schattingen spreken over 100.000 Italiaanse troepen tegen slechts 25.000 Osmanen). Hier werd al duidelijk dat maar een klein percentage van de in Libië woonachtige Arabieren bereid waren te strijden voor de Osmaanse sultan.

Deze Arabische nationalistische sentimenten zorgden naast het verlies van Libië aan Italië in 1911, ook voor het verlies van het de andere Arabische provincies aan de Britten en Fransen in de periode 1914-1918. Dit was uiteraard een grote klap voor de Osmanen, vooral omdat er een 'jihad'-oproep was gedaan door de Osmaanse sultan (die tevens de kalief was van alle moslims). Elke moslim was hierdoor verplicht de Osmaanse troepen te ondersteunen, vooral de Arabische moslims gaven echter geen gehoor aan deze heilige oproep tot dienstplichtigheid. Hierdoor bleek hoezeer de traditionele Osmaanse en islamitische instanties verouderd waren, ze bleken namelijk ouderwets en niet werkzaam. Het was juist hierdoor dat Atatürk koos voor een neutraal systeem tijdens de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog (1919-1923), waarbij niet werd uitgegaan van de steun van medemoslims. Het neutrale systeem werd gebouwd op vaderlandsliefde en een vorm van secularisatie. Dat wil niet zeggen dat er geen schermutselingen waren tussen pro-Osmanen en anti-Osmanen. Dit nieuwe systeem bleek succesvol, maar men was natuurlijk sceptisch omdat het een onbekend regeringsvorm was. In de gehele periode van 1911 (de oorlog om Libië), 1914-1918 (de Eerste Wereldoorlog) en 1919-1923 (de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog) waren er veldslagen tussen het Osmaanse leger en een buitenlandse mogendheid. Vaak werden hierbij lokale volkeren gebruikt door de buitenlandse legers, om zo het Osmaanse leger te dwingen tot een tweefrontenoorlog. Naast de Arabische Opstand van 1916, zijn ook de Armeense Opstanden (1890-1916) in dat kader te noemen. Hierdoor waren er veel lokale gevechten tussen Armeniërs en Turken of tussen Koerden en Armeniërs of tussen Koerden en Assyriërs etcetera. Dit waren deels vooral wraakacties van Turkse en Koerdische burgers voor hetgeen de Armeniërs in de jaren 1890-1916 hadden gedaan tegen onschuldige Osmaanse Turken Het is niet voor niet dat veel Turkse geschiedenisboekjes de Eerste Wereldoorlog doortrekken tot 1922/1923, voor de Turken duurde het namelijk ook veel langer. De Turken stopten niet zomaar met vechten in 1918 met het einde van de Eerste Wereldoorlog. Omdat zij daarna te maken kregen met een buitenlandse bezetting, vochten veel Turken door tegen deze bezetters. In de periode 1911-1923 vond grofweg één derde van de bevolking in Anatolië de dood door oorlogsgeweld; een zeer absurd hoog aantal. Veel van de overgebleven Turken in Anatolië wilden dan ook graag met een nieuwe verse start beginnen en stonden zo relatief open voor de ideeën van Atatürk na de Turkse Onafhankelijksoorlog. Eén van deze ideeën bestond uit het afschaffen van het Osmaanse sultanaat, alsmede het kalifaat ten faveure van een democratische republiek.

Dus alhoewel de Osmaanse ondergang, althans de directe ondergang, door Atatürk bewerkstelligd werd door zijn afschaffing van het sultanaat, zijn er in wezen veel meer redenen te noemen. Eén daarvan is terug te brengen op de Arabische Opstand (1916-1918); een reden voor de opstand heeft direct te maken met de opkomst van het nationalisme, of eigenlijk het nationalisme met de inmenging van Europese mogendheden, alsmede de economische en militaire zwakte van het Osmaanse Rijk in die periode. De uiteindelijke ondergang van het Osmaanse Rijk kwam pas later in 1922 en door vele andere redenen dan slechts deze eerdergenoemde factoren.



Armand Sağ

26 augustus 2010

© Armand Sağ 2010

[1] Justin McCarthy, Death and Exile: The Ethnic Cleansing of Ottoman Muslims 1821-1922 (New Jersey 1995)

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)