Armand Sağ
Link
 

 

Het Armeens-Azerbeidzjaans probleem
   
 

Het Armeens-Azerbeidzjaans probleem

Het twistpunt tussen de Kaukasische landen Armenië en Azerbeidzjan lijkt eindelijk een oplossing te hebben gevonden. Volgens de Azerbeidzjaanse president İlham Aliyev[1] en de Turkse parlementariër Aladdin Büyükkaya[2] is er een overeenkomst getroffen met Armenië.

Het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan over grondgebied ontaardde in 1992 tot een gewapende strijd tussen beide landen. Omdat Armenië de steun van Rusland achter zich kreeg, verpletterde het Armeense leger (voorzien van Russische technologie) de Azerbeidzjanen. Azerbeidzjan dacht in geval van een grootschalige oorlog de steun van haar culturele en linguïstische broederstaat Turkije te ontvangen, maar vergiste zich hierin. Alhoewel Turkije en Azerbeidzjan inderdaad beide Turkstalige landen zijn, durfde Turkije het niet aan om in 1992 openlijk de kant van Azerbeidzjan te kiezen uit vrees voor een grootschalige oorlog met Rusland.

Hierdoor werden vrijwel alle zuidwestelijke provincies van Azerbeidzjan bezet door Armenië, zonder dat het Azerbeidzjaans leger weerstand kon bieden. De verwachtte hulp van Turkije bleef uit en Azerbeidzjan werd in 1994 gedwongen om een wapenstilstand te tekenen met Armenië. Om verdere vernedering en verlies van grondgebied te voorkomen, stemde Azerbeidzjan toe met het wapenstilstand. Hierna werd de balans opgemaakt en bleek de situatie nog desastreuzer dan aanvankelijk werd gedacht: ruim 24%[3] van Azerbeidzjan was bezet en bijna 1 miljoen Azerbeidzjaanse vluchtelingen moesten de bezette gebieden verlaten. Tot op heden is de situatie nog nagenoeg hetzelfde, met als verschil dat Azerbeidzjan inmiddels geprofiteerd[4] heeft van de economische situatie in de Kaukasus.

Waar Armenië altijd een sterk militair budget moest ophoesten om de bezetting vol te houden, was Azerbeidzjan vrij om meer te investeren in olie- en aardgasexpedities[5]. Dit heeft ertoe geleid dat er vele nieuwe olie-[6] en aardgasvelden zijn gevonden in Azerbeidzjan. Een verdrag met Turkije heeft er vervolgens toe geleid dat Armenië door zowel Turkije als Azerbeidzjan werd geboycot. Turkije moest als genoegdoening voor het niet participeren in de oorlog wel overgaan tot een volledig boycot van Armenië om zo Azerbeidzjan niet te veel voor het hoofd te stoten. Ook hielp Turkije Azerbeidzjan om de nieuwe olie- en aardgasvelden de wereld in te helpen, door de aanleg van de Baku-Tiblisi-Ceyhan-pijpleiding werd Armenië geheel uitgesloten van handel in de Kaukasus. Dit omdat de pijpleiding ook door Georgië ging, een land dat zelf ook een anti-Russisch beleid voerde. Omdat Armenië en Rusland elkaar onvoorwaardelijk steunden, kwamen Georgië en Azerbeidzjan nader tot elkaar met de aanleg van de Baku-Tiblisi-Ceyhan-pijpleiding. Zo stroomden de olie- en aardgasinkomsten binnen voor alle Kaukasische landen behalve Armenië.

In een mum van tijd werd Armenië één van de armste landen van de regio, terwijl Azerbeidzjan juist één van de rijkste landen van de regio werd. Terwijl de bezetting van ongeveer 24% van Azerbeidzjan een grote tol eiste van de Armeense economie, kon Azerbeidzjan het nieuw verworven geld massaal investeren in de militaire sector. Omdat Azerbeidzjan na het wapenstilstandsverdrag van 1994 nooit een officieel vredesverdrag heeft ondertekend met Armenië, verkeert het officieel nog steeds in staat van oorlog met Armenië. Het agressieve taalgebruik[7] van Azerbeidzjan en de nieuwe schermutselingen[8] (5 Armeense soldaten dood en nog eens 3 zwaargewond tegenover 1 lichtgewonde Azerbeidzjaanse soldaat) moeten er ongetwijfeld toe bijgedragen hebben dat Armenië haast maakte met het ondertekenen van het Turks-Armeense protocol. Tenslotte zou Armenië een economisch impuls krijgen indien Turkije haar grenzen weer zou openstellen voor Armeens import en/of export.

Toen Turkije vervolgens duidelijk maakte dat Armenië de bezetting van Azerbeidzjan moest opgeven om een normale verstandhouding met Turkije te realiseren, dacht Armenië de steun van Rusland nog altijd achter zich te hebben. Dit bleek echter totaal anders. Doorhebbend dat Armenië geen ander keus had dan zich pro-Russisch te moeten opstellen, probeerde Rusland ditmaal het olierijke Azerbeidzjan voor zich te winnen. Met Azerbeidzjan, ondanks het verlies van 24% van haar grondgebied aan Armenië toch het grootste land op de Kaukasus, zou Rusland namelijk het bevolkingrijkste en economisch machtigste land aan haar zijde winnen. Zodoende zou Rusland ook nog een mogelijk Turks-Azerbeidzjaans overwicht[9] op de Kaukasus kunnen voorkomen.

Met twee significante gasleveringsovereenkomsten tussen Azerbeidzjan en Rusland in de afgelopen maanden (respectievelijk april[10] en juni[11]), lijkt Azerbeidzjan de toenadering van Rusland te accepteren. Mede omdat het Turkije wil straffen voor de toenadering tot Armenië. Armenië op haar beurt lijkt door te hebben dat zij het er slechts voor staat; tenslotte heeft Azerbeidzjan een sterke economie die leunt op de olie- en aardgasopbrengsten terwijl Rusland en Turkije momenteel regionale grootmachten zijn. Ook in Armenië zelf is er nu een discussie ontstaan over het Armeense beleid[12], dat teveel gericht zou zijn op het hedendaags en geen lange termijn doelstellingen heeft met haar buurlanden. Dit doorhebbend lijkt Armenië nu bereid[13] om concessies te doen tegenover Azerbeidzjan.

In dat kader meldt het Centrum voor Euraziatische Studies[14] (in de oorspronkelijke taal afgekort tot AVIM) dat de Azerbeidzjaanse president İlham Aliyev[15] het volgende heeft verklaard[16]:

“Armenië heeft toegestemd[17] om de vijf Azeri [Azerbeidzjaanse red.] gebieden die het al 15 jaar lang bezet, te verlaten. Hierna zal er een vredesovereenkomst ondertekend worden omtrent Karabağ [de grootste bezette provincie waar alles in feite om draait red.]. Maar Karabağ zal zeker niet onafhankelijk worden, zoals Armenië wil, noch zal er een corridor tussen Armenië en Karabağ aangelegd worden. Het kan hoogstens een autonome provincie binnen Azerbeidzjan zijn. Na terugtrekking uit de eerste vijf Azeri gebieden, heeft Armenië vijf jaar om zich ook uit de overige twee gebieden Kelbeçer en Leçin[18] terug te trekken.”



Armand Sağ

28 november 2009

© Armand Sağ 2009

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)