Armand Sağ
Link
 

 

Koerdisch: taal of dialect?
   
 

Koerdisch: taal of dialect?

Het is een vraag die door velen als onnodig gezien wordt. Toch is het de moeite waard om de vraag even onder de loep te nemen.

In december 2002 verscheen er in Nederland het eerste Koerdisch-Nederlandse woordenboek. In een interview met de redacteur Nêçîrvan Qilorî verbeterde Karel Giltay meteen de woorden ‘Koerdisch-Nederlands’ door het volgende eraan toe te voegen:

“In december verscheen het eerste Koerdisch-Nederlands woordenboek, of beter: het eerste Nederlandse woordenboek van het Koerdische dialect Kurmanci dat door 75.000 Koerden in Nederland gesproken wordt.”[1]

Ook in de rest van het interview verklaarde Qilorî dat er eigenlijk geen ‘Koerdisch’ bestaat, maar dat Koerdisch slechts een verzamelnaam is voor verschillende talen die weliswaar onderling onverstaanbaar zijn maar veelal gesproken worden door Koerdische stammen:

“We hebben voornamelijk woorden uit het Kurmanci-dialect opgenomen, maar ook een aantal Sorani- en Zaza-woorden die ook in het Kurmanci voorkomen. De hoeveelheid Zaza- en Sorani-woorden is overigens zeer beperkt. Het gaat slechts om een paar procent.”[2]

Zelfs onder de verschillende Koerdische talen, zoals bijvoorbeeld Kırmanci, bestaan er taltijke dialecten die in sommige gevallen totaal onverstaanbaar zijn voor beide sprekers. Zo vertelde Giltay dat het “woordenboek een Kurmanci-woordenboek is.” Vervolgens stelde hij de vraag of de makers van de bestaande woordenboeken het nastreven om zoveel mogelijk één Koerdisch dialect aan bod te laten komen.

Qilorî antwoordde dat woordenboeken meestal gemaakt werden in één dialect, en dat hij dit ook niet verkeerd vond. “Want later, als men werkte aan een standaardtaal, kan men gebruik maken van al die woordenboeken, van al die woorden. Je moet eigenlijk al die woorden eerst verzamelen. Dan weet je wat je hebt, en daarna, als je een standaardtaal gaat maken, dan kun je de beste varianten uitkiezen. Koerden gaan langzaam richting een standaardtaal wat Kurmanci betreft. Bij Sorani was dat al het geval. Tegelijkertijd zullen heel veel dialecten op den duur uitsterven. Alleen de grote dialecten zullen overblijven.”, aldus Qilorî.

Want Kırmancı heeft vele subgroepen, waardoor we eigenlijk ook niet kunnen spreken van een ‘standaart-Kırmancı’. Want ook binnen Kırmanci spreekt men van Noord-Kırmanci en Zuid-Kırmanci, twee dialecten die onderling praktisch onverstaanbaar zijn. Koerdische talen zijn nog het best te vergelijken met Germaanse talen. Want Engels, Duits en Nederlands zijn slechts drie van die talen, maar zijn onderling vrijwel onverstaanbaar. Hetzelfde geldt voor de Koerdische talen Sorani, Laki, Kırmanci, Zaza, Gorani, Dimili, Şikaki, Herki, Pahlavani, Hewrami, Badini en andere subtalen. Ook Giltay voelde zich verplicht om te vermelden welke taal en dialect ze nu eigenlijk bespraken: “Als er in de tekst overigens wordt gesproken van Kurmanci wordt Noord-Kurmanci bedoeld.”

Alhoewel volgens Qilorî de vele dialecten van Kırmanci opgingen in een standaart-Kırmanci, antwoordde hij op de vraag hoe de diverse Koerdische dialecten, Sorani, Laki en Kurmanci, zich tot elkaar verhouden en of Zaza en Gorani bijvoorbeeld ook tot de Koerdische taalgroep behoorden als volgt:

“Ik vind het moeilijk om daar iets over te zeggen. De Koerden zijn het daarover nog niet eens. Sommigen zien alle dialecten als aparte talen, anderen vinden alle dialecten varianten van een bepaald dialect. Voor mij is deze kwestie bovendien ontoegankelijk omdat Laki en Gorani niet gesproken wordt in Turks-Koerdistan en men bij deze dialecten van het Arabisch alfabet gebruik maakt. Daardoor kan ik Laki en Gorani ook moeilijk vergelijken met Zaza of Kurmanci. Ik hoop dat de Koerden later, waar dan ook, in Irak, Iran en Syrië, overgaan op het Latijnse alfabet. Dan zouden we elkaars publicaties en media beter kunnen volgen.”[3]

Zoals Giltay het verwoordt maken ook de politieke verdeeldheid en de huidige geografische deling van gebieden waar Koerden wonen, het vrijwel onmogelijk dat er een taalkundige eenheid gerealiseerd kan worden. Echter moet men niet vergeten, dat dit inmiddels net zo onmogelijk is geworden als het willen maken van een taalkundige eenheid in Nederland, Engeland en Duitsland op basis van de talen gesproken in die landen.

Net als de afzonderlijke ontwikkelingen die het Engels, Duits en Nederlands hebben doorgemaakt als subtalen van de Germaanse taal, is dit ook het geval geweest voor de Koerdische taalgroep. De Koerden hebben in de geschiedenis (en hedendaags nog steeds) in verschillende landen geresideerd waardoor ze van elkaar afwijkende schriften hanteren. “Hierdoor is er geen uniformiteit in het gebruik van één schrift ontstaan. De Koerden in Turkije en Syrië hanteren het Latijnse, de Koerden in Irak en Iran het Arabische schrift en de Koerden in de voormalige sovjetrepublieken (met name in Armenië en Georgië) hanteren het cyrillische en Latijnse schrift, het laatste overigens alleen in Azerbeidzjan.”, aldus Giltay.



Armand Sağ

13 juni 2010

© Armand Sağ 2010

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)