Armand Sağ
Link
 

 

Perspectief
   
 

Perspectief

Het is de laatste tijd een mode geworden om steeds vanuit een eerder standpunt te beredeneren. Alhoewel, nieuw is het niet gezien het feit dat alle discriminerende ideologieën ook daaruit voortkomen. Het is dus veel langer aan de gang, zo ook met Turkije en de politieke ontwikkelingen in dat land.

Nederlandse media hebben de neiging alles wat in Turkije gebeurt te bekijken vanuit een Nederlands standpunt. Iets wat onmogelijk kan leiden tot een rechtvaardige conclusie. Turkije is een land met een compleet andere sociologische en historische ontwikkeling dan de standpunten en meningen die voortgekomen zijn door de ontwikkeling van Nederland als natiestaat. Zo heeft het nationale eenheidsgevoel van Nederland zijn oorsprong in een vrijheidsoorlog waarin Nederland zich moest vrijvechten van de overheerser na eerder alleen maar deel te zijn uitgemaakt van imperia waarin Nederland een status had van achtergesteld, achtergebleven moerasgebied. Dit verklaart deels waarom Nederland zo nuchter is.

Dit is echter totaal niet het geval met Turkije, dat land heeft een geschiedenis achter de rug waarin het altijd de heerser was en nooit de overheerste. Het is het land met de meeste wereldrijken achter zijn naam, het heeft gebieden van de Chinese Muur tot aan Wenen onder controle gehad. Een terugval tot het huidige Anatolië geeft de Turken stof tot nadenken en tevens denkbeelden die niet te begrijpen zijn voor volkeren die niet hetzelfde hebben meegemaakt. Soms vertoont Turkije daarom tekenen van grootheidswaanzin, zoals het woedende vertoon van premier Erdoğan tijdens de besprekingen van de Europese Unie. Echter aan de andere kant heeft Turkije veel respect voor zijn legers, iets wat in Europa niet begrepen wordt. Dat komt omdat de legers in Europa altijd garant stonden voor wreedheid, barbaren en martelingen tijdens oorlogen, maar ook tijdens vredestijd. Van hieruit projecteert Europa en in het bijzonder Nederland zijn eigen denkbeelden naar Turkije. Ik wil me in het bijzonder richten op Nederland en Turkije, om het later in een breder (Europees) perspectief te plaatsen.

In de Turkse geschiedenis staat het leger vrijwel altijd centraal; van de nomadenvlakte waarin de Turkse volkeren zich onderscheidden van de voornaamste vijand, te weten de Chinezen, tot het Osmaanse Rijk. Het leger was niet alleen maar om te vechten tijdens de oorlog; het was tevens de politiemacht, brandweer en belastingophaaldienst ten tijde van vrede. Dit zijn aspecten die niet bekend zijn in de Europese landen, daar bestond het leger altijd uit opgetrommelde boeren die zelf vermoord zouden worden als ze niet zouden vechten. Deze boeren reageerden hun frustraties af in verschillende veldslagen waardoor deze zeer bloederig werden en een schrikbeeld vormden voor de burgers. In Turkije bestonden legers meestal uit het complete volk, vooral in Centraal Azië waren alle stamleden vanaf ongeveer 14/15 jaar oud getraind, in beginsel voor de jacht en verdediging tegen andere stammen. Er zijn ook vrouwelijke strijders bekend, het specifieke wapen was de pijl en boog (nu bekend als “Turks Boog”). Omdat het schieten vanaf een rijdend paard meer strategie en tactiek is dan spierkracht, was oorlog niet iets voor mannen, zoals in Europa wel het geval is/was. Ook later bewees het Turkse leger dat het toegankelijk was voor vrouwen, zo waren er in het Osmaanse Rijk vrouwelijke regimenten en zelfs de eerste vrouwelijke gevechtspilote was een Turkse. Dit zijn aspecten die niet bekend zijn in Europa. Het Janitsaren-korps van de Osmanen werden getraind in vechttactieken maar ook in de kunst van het lezen, schrijven en exacte wetenschappen. Zo kon het gebeuren dat de grootste architect van het Osmaanse Rijk eigenlijk een soldaat was binnen het Janitsaren-korps. Veel functionarissen en ambtenaren deelden hetzelfde verhaal, een plek binnen het Turkse leger was zeer aantrekkelijk. Het stond symbool voor een opleiding op zeer hoog niveau, veel soldaten konden in praktijk vele talen en waren zelfs onderwezen in de klassieke talen. Dit lang voordat de renaissance begon in Europa, zo sprak de Osmaanse sultan Fatih Sultan Mehmet II na de verovering van Constantinopel van “de wraak van Hector op Achilles en de Grieken”, onder het luide applaus van zijn soldaten. Het was intellectueel van hoog niveau. De soldaten waren door hun ontwikkeling ook in staat om te functioneren zonder hun staatshoofd, dit bewezen ze na de Slag bij Ankara in 1402. Daar werd namelijk de Osmaanse sultan Beyazıt gevangen genomen door de rivaliserende Turkse vorst Timur Gürkan (in Westerse bronnen beter bekend als ‘Timur de Manke’), maar bleef het Osmaanse Rijk voortbestaan omdat de Janitsaren nog steeds bleven functioneren als politiemacht, belastingophalers en ambtenaren. Het Osmaans interregnum (een periode van het Osmaanse Rijk waarin er geen heerser is maar het staatsapparaat blijft functioneren) duurt van 1402 tot 1413, waarin de Janitsaren Çelebi Mehmet aan de macht helpen als zoon van de in gevangenschap overleden Beyazıd. Met de nieuwe sultan stopt de interne chaos en burgeroorlog.

Dit is een wezenlijk verschil met de krijgsgeschiedenis in Europa waarin een machtige heerser alle andere rivalen door middel van oorlog uit de wereld moet helpen. Bloederigheid en wreedheden staan daarbij centraal, het beeld dat Europa heeft van soldaten en legers is dus heel erg anders dan het beeld dat heerst in Turkije. Om elkaar te begrijpen moet men zich dus kunnen inleven in het perspectief van de ander. Dit geldt voor beide kanten, zo moet Nederland begrijpen dat het afschaffen van Turkologie op de universiteiten, het stoppen van de uitzendingen van TRT en restricties zetten aan het leren en spreken van de taal Turks kwaad bloed zet bij de Turken. Echter andersom moeten de Turken begrijpen waarom de Nederlandse overheid of gemeentebesturen dit doen.

Aan de ene kant heb je een land (en/of volk) met een zeer rijke geschiedenis, dat momenteel is gereduceerd tot Anatolië maar zelfs dat gebied zo recent als 85 jaar geleden met veel bloed, zweet en tranen moest vrijvechten van de bezettende legers. Het is dus begrijpelijk dat sommige dingen gevoelig liggen, dat is anders in een land waar de strijd tegen de onderdrukking grofweg 400 jaar geleden was gevoerd. En dat die strijd vooral gewonnen werd door zeelieden en niet soldaten. Dit zorgt ervoor dat de twee volkeren in kwestie, in dit geval dus Nederlanders en Turken, geheel anders kijken naar sommige kwesties. Zo zet het afschaffen van TRT, een Turks zender met een bereik onder vrijwel alle Turkssprekende volkeren, ten faveure van een Duits zender (respectievelijk ART) veel kwaad bloed. Uiteraard is dit begrijpelijk, want TRT had naast uitzendingen in het Turks ook programma’s met Duitse, Franse en Engelse ondertiteling. Tevens heeft het Turks en vooral het Turks dat gesproken werd op TRT een bereik onder niet alleen de Turken van Turkije maar ook de Turkssprekende volkeren buiten Turkije, in het bijzonder de Azerbeidzjanen, Turkmenen en Balkan-Turken. Echter ook de voormalige Sovjet-staten krijgen veel aandacht van het TRT, iets wat in Nederland niet begrepen wordt en meteen wordt vergelijken met het ‘lebensraum’-gedachtegoed. Ook hier geldt het principe dat alles in zijn perspectief bekeken moet worden, het streven naar betere banden met landen die een gemeenschappelijke taal, cultuur en geschiedenis delen heeft niks te maken met agressieve Duitse Nazi-standpunten. Dit is iets wat de gemiddelde Nederlander moet leren en desnoods op school met de paplepel ingegoten moet krijgen, wederzijds begrip zal de (in de ogen van de Turken) onbegrijpelijke keuzes van Nederland minimaliseren.

Andersom echter is het ook van belang dat de Turken het beleid van Nederland zien als hetgeen het is, namelijk veelal politiek-economische keuzes. Meestal is er geen sprake van een hetze tegen Turken, moslims etcetera (alhoewel de lijn daartussen steeds vager wordt door de gebeurtenissen na 11 september). De meeste Nederlanders weten te weinig over Turkije om er continu negatief over te zijn en een anti-Turkse campagne te voeren. Dit is echter argument nummer één bij de Turken, hier moet men overeen kunnen stappen en alles in zijn perspectief kunnen bekijken; in dit geval dus Nederlands perspectief. Indien de Turken willen dat Nederland de Turkse geschiedenis bekijkt vanuit een Turks perspectief, dan moet het zich echter ook schikken om de Nederlandse geschiedenis en cultuur vanuit een Nederlands perspectief te bekijken. Dit zal veel wederzijds begrip kweken waarvan beide volkeren zullen profiteren.

Dit zal overigens niet makkelijk zijn, onwetendheid in Nederland maar ook in Europa leidt veelal tot ongeliefdheid. Zo ook met de Turken, hierbij komt nog het feit dat de Turken met hordes aan ruiters Europa hebben bedreigd met de ondergang. Al sinds Attila in de vijfde eeuw na Christus het Romeinse Rijk enkele grote nederlagen toebracht, heerst er in Europa een zekere minachting, lees: 'haat', tegen Centraalaziatische steppevolkeren. Vooral als ze Turks spreken zoals Attila, Djenghis en Saladin deden. Dat ze dit vooroordeel de overhand laten nemen, wordt soms overdreven door de huidige Turkse gastarbeiders, maar het moet wel overwonnen worden. Dit kan door alles vanuit zijn eigen perspectief te bekijken. Hierbij valt ook het buiten beschouwing laten van bepaalde vooroordelen tegen Turken. Andersom moeten de Turken de vooroordelen die heersen bij de Europeanen wegnemen door dubbel zo hard hun eigen belevingswereld te vertellen. Dit wordt zeer moeilijk gemaakt door de opheffing van Turkologie en het annuleren van TRT, maar zolang men samen wil leven in deze multiculturele samenleving (in dit geval Nederland, maar ook voor andere Europese of Amerikaanse plaatsen geldt hetzelfde) moet men het proberen. Ik heb er overigens alle hoop in dat Turkologie en TRT op een dag weer zullen wederkeren op de Nederlandse universiteiten en kabels, al is het alleen maar omdat ik me er persoonlijk voor inzet door de Turkse cultuur, geschiedenis en taal alom te verspreiden onder Nederlanders (terwijl ik ook nog de Nederlandse normen en waarden verkondig onder Turken in Nederland), zodat mensen de Turkse problematiek kunnen oplossen door het te bekijken vanuit een Turks perspectief en niet een Nederlands perspectief. Want ten slotte repareren we de koelkast toch ook niet met een autokrik?



Armand Sağ

12 januari 2009

© Armand Sağ 2009

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)