Armand Sağ
Link
 

 

Wereldsysteem en statenselsel
   
 

Wereldsysteem en statenstelsel

Sinds het verdrag van Westfalen in 1648 zijn er volgens verschillende historici, zoals Philpott, veel dingen veranderd. Er zou inmiddels sprake zijn van een “nieuw wereldsysteem waarbij er een georganiseerd en interactief statenstelsel bestaat”. Dit systeem lijkt het fundament van vrijwel alle staten in de 20ste en 21ste eeuw, met de uitvoer van democratie naar vrijwel alle delen in de wereld.

Belangrijk is hierbij het feit dat landen diplomatieke banden moeten onderhouden met andere landen om hun voortbestaan te kunnen veilig stellen. Veel landen gaan daar vrij ver in, terwijl weer andere staten hier niet aan wensen mee te doen, denk hierbij vooral aan İran en Noord-Korea. Het is niet moeilijk om dit als “minder slim” te bestempelen, vrijwel de hele wereld heeft nu eenmaal dit systeem overgenomen en werkt volgens dit patroon. Om in dit stadium jezelf buiten te sluiten, is op zijn zachtst gezegd niet al te snugger. Dit laat de economische malaise van de eerdergenoemde landen ook zien. Wat is dan wel verstandig in deze fase? Het lijkt een advies van een corrupte moeder Theresa, maar meegaan met de massa om zo te profiteren van hun gewin lijkt op dit moment het verstandigst. Alhoewel het moeilijk te begrijpen valt voor het volk van een staat, moet een staatshoofd weten wanneer het machtig genoeg is om totaal onafhankelijk een nieuw systeem te creëren en wanneer niet.  En laten we wel zijn, vrijwel geen van de landen is hiertoe in staat. Nederland leunt bijna volkomen op de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika omdat het weet dat de Gouden Eeuw allang voorbij is. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Macedonië dat de tijd van Alexander de Grote als een verre herinnering mag herdenken, en voor vrijwel alle andere landen.

Staten die slechts gedeeltelijk meegaan in het systeem en zich te veel laten leiden door emoties zijn landen zoals bijvoorbeeld Turkije. Het ene moment wil het volk met een overgrote meerderheid lid worden van de Europese Unie, terwijl het volgende moment Europa wordt gezien als de “duivel”. Deze wispelturigheid komt helaas ook terug in de huidige bestuurders van Turkije, de AKP. Het ene moment zoeken ze toenadering tot de Arabische wereld om een onmogelijke “Moslim Unie” op te richten, om vervolgens zich te richten op de meer reëlere Europese Unie en in mindere mate het tevens ook erg aantrekkelijke Turkse Unie. De koers die door de stichter van Turkije, Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938), is ingeslagen wordt helaas niet altijd gevolgd. Deels doordat de bestuurders na Atatürk zich lieten leiden door populistische emoties (lees: politieke islam of ultranationalisme) en deels door onkunde van de bestuurders. Het is echter belangrijk om te weten wanneer een land in staat is om iets nieuws te ondernemen, en wanneer niet. Momenteel lijkt niemand te kunnen tippen aan de macht van de verschillende machtsblokken (denk hierbij aan de VS, EU en China) en moet men tevreden zijn met een positie aan de zijde van deze machtsblokken. Het is misschien niet aantrekkelijk om jezelf als “meeloper” van de grote machtige landen te zien, maar zoals ook in de arbeidsmarkt geldt: je kan niet meteen directeur worden van een groot bedrijf. Je moet, bij wijze van spreken, beginnen als glazenwasser om zodoende op te klimmen.

Een ander onderwerp is; zal het volgens mij lang duren voor Turkije om zichzelf weer op de kaart te kunnen zetten? Nee, zeker niet. De oprichting van Turkije vond ook plaats door een wisseling van macht, het oude (Osmaanse) werd vervangen door het nieuwe (Atatürkse). Dit viel op doordat het Atatürkisme in één klap Turkije weer op de kaart probeerde te zetten, nadat het tientallen jaren lang als de “zieke man van Europa” werd gezien. De pogingen om mee te doen met de grootmachten door veel aspecten, voor zover ze in overeenstemming waren met de normen en waarden van de Anatolische bevolking, over te nemen, werkte uitstekend. Scholen werden voortaan opgezet naar Amerikaans model, wetten werden overgenomen uit Italiaanse, Zwitserse en Franse wetboeken maar duidelijk aangepast waar nodig. Het is jammer dat dit succes van Atatürk momenteel ietwat teniet wordt gedaan door het huidige regime in Turkije. We moeten niet vergeten dat Turkije onder het bewind van Atatürk een inhaalslag heeft gemaakt die niet veel landen zouden kunnen. Hiermee wil ik niet zeggen dat Turkije nu een marionet is van het “kapitalistische Westen”, het heeft slechts geprofiteerd van diens economische en technologische vooruitgang door de buitengewone politieke slimheid (of beter gezegd sluwheid in sommige gevallen) van Atatürk.

Naar mijn mening zou de ondergeschikte rol van Turkije sowieso niet lang duren en dit wist Atatürk zelf ook. Uiteindelijk zou Turkije zijn eigen agenda kunnen nastreven door eerst de hegemoniale macht van de Verenigde Staten van Amerika over te nemen. Het beste wat een land in opbouw kan doen is dan ook “go with the flow”, wat in het geval van Turkije ook is gebeurd. Een successtory zou ik het noemen, vooral met de economische implosie van de Verenigde Staten van Amerika in het verschiet. Het zou mij geenszins verbazen als Turkije aan het eind van de 21ste eeuw weer een prominente rol zou innemen op het wereldtoneel, maar dan moet het zichzelf op dit moment niet overschatten. Het meegaan met een andere grootmacht zou grote voordelen opleveren voor Turkije, vooral met het oog op de ontwikkelingen binnen het wereldsysteem. Er is sprake van verregaande globalisering maar tegelijk ook een nieuwe opkomst van het nationalisme.

De terugkeer van geschiedenis, zoals Robert Kagan het noemt, zal voor een nieuw systeem zorgen in de toekomst. Waar er in het verleden vooral landelijk nationalisme is gepropageerd, is er nu sprake van cultureel nationalisme. De territoriale claims worden steeds meer, voor zover dat al niet was, onzinnig. Zo claimen de Armeniërs land waar uiterst toevallig enkele voorvaders eens langsliepen ongeveer duizend jaar terug, totaal ontgaan is het feit dat er inmiddels een ander volk woont op dat land en daar al bijna duizend jaar woont. Het is toch van de zotte om dan een theorie op te zetten op basis van territoriaal nationalisme, en elk stuk land waar duizend jaar geleden ooit eens Armeniërs leefden op te eisen. De problemen van zulke eisen zijn toch duidelijk genoeg in het geval van Israël zou je denken. Maar met deze ontwikkelingen in het achterhoofd komt het culturele aspect steeds meer naar voren, alhoewel grenzen wegvallen en territorium minder van belang wordt, blijft het culturele voortbestaan. Het culturele wil ook bescherming en erkenning, iets waarop een grotere nadruk kan liggen in de toekomst.

Zo kunnen er culturele leiders ontstaan die de culturele, linguïstische en historische aspecten van een volk kunnen vertegenwoordigen en beschermen in plaats van territoriale leiders. De globalisering kan zorgen voor een wereldlijke economie die apart geregeld wordt van de culturele aspecten. Het territoriale zal namelijk, eigenlijk nu al niet meer, logisch zijn. Nu al wonen er vrij veel volkeren buiten hun ‘oorspronkelijke’ woongebied. Zo leefde de Turken oorspronkelijk op de vlakten van Centraal Azië maar zijn ze nu tot in West-Europa in grote aantallen aanwezig. Andersom zijn er volkeren zoals de Koerden die nergens in meerderheid vormen, zelfs niet in Oost-Anatolië. Daarom zal een culturele erkenning meer nut hebben, dit wordt ook ingezien door Turkije. Dit verklaart waarom er televisiezenders en kranten opgericht worden die uitsluitend uitzenden in dialecten die verstaan zijn voor Koerden. Hiernaast waren er al cursussen en buurthuizen om de taalvaardigheid te doen verbeteren en zelfs te preserveren. Hiernaast zijn feesten zoals Nevruz nieuw leven ingeblazen, in dit geval was Nevruz een oud Turks lentefeest wat in vergetelheid was geraakt na de introductie van de islam en de islamitische feestdagen. De Koerden namen vervolgens het Nevruz-feest over, maar konden op weinig begrip rekenen. Dit is nu veranderd, Turkije heeft van Nevruz een officieus feest gemaakt voor Turken en Koerden. Hiermee zijn de culturele rechten gewaarborgd; naast de Koerdische media (televisiezender TRT 6 en vele kranten), zijn er nu ook plannen voor Armeense en Arabische televisiekanalen (de vele tientallen vooral Armeense kranten zijn al een feit) onder TRT 7 en 8.

Hiermee wordt de transformatie van territoriaal nationalisme naar cultureel nationalisme een feit, dit zou in de toekomst een belangrijk aspect van het wereldsysteem kunnen zijn. Naast de globale economie en infrastructuur in een wereld waar de grenzen vrijwel weggevallen zijn, zullen deze culturele leiders de preservatie van bepaalde elementen op zich nemen, precies zoals territoriale leiders dat nu waarborgen.

Let op, dit is niet een systeem wat ik ambieer of zie als een utopia. Het is slechts een waarneming en ontwikkelingspatroon wat ik over enkele decennia verwacht terug te zien. Het zal echter met de vervaging van grenzen en meer aandacht voor de culturele rechten van een volk, wel minder destructief zijn dan nu. De economische globalisering zal op deze manier hand in hand kunnen samengaan met deze culturele nationalisten Of het daadwerkelijk gerealiseerd kan worden, zal tijd ons uitwijzen.

 

Armand Sağ

13 januari 2009

© Armand Sağ 2009

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)