Armand Sağ
Link
 

 

Hunnen, Hongaren en Turken
   
 

De Vorming van Volkeren: de Hunnen, Hongaren en Turken

‘De Hunnen zijn barbaarse woestelingen die elk persoon die ze tegenkwamen in hun pad van vernietiging, een kopje kleiner maakten’.(1)
Met deze ondertoon begint menig historicus aan een onderzoek naar de Hunnen, die in de periode tussen 374 na Christus en 469 na Christus zorgden voor een ommekeer in de geschiedenis. Binnen het Romeinse Rijk brak er paniek uit voor de Hunnen, die onder leiding van hun leider Attila de Hun grote overwinningen behaalden op de Romeinen. De Romeinen stonden tot aan die tijd bekend als een goed geoliede vechtmachine met een verzameling van geallieerde Germanen of huurlingenstammen van Germaanse afkomst, zoals (Visi-)Goten, Franken en Romeinse Germanen; desondanks waren ze geen partij voor de superieure Hunnen.(2)

Maar aan de andere kant zijn er ook historici die de Hunnen vereren als bekwame ruiters en edele nomaden, die enkel vochten om de onderdrukkende Romeinen te verslaan en de onderdrukte volkeren te bevrijden van het Romeinse juk dat al decennialang aanwezig was. Ook wijzen ze erop dat de Hunnen de Centraal Aziatische cultuur, waar ze vandaan kwamen, als voorbeeld namen en dat ze hierdoor alle mensen als gelijken zagen, in plaats van de verhevenheid van een bepaald volk naar voren te schuiven. Dit zou kunnen verklaren waarom de Hunnen zoveel geallieerde volkeren naast zich dulden en deze zelfs opnamen in hun leger.(3)

De algemene opvatting echter onder West-Europese historici uit het Middeleeuwen was dat de Hunnen met hun bloedzuchtige manier van oorlog voeren de overige volkeren deden vluchten naar de grenzen van het Romeinse Rijk. Oosterse en Oost-Europese historici beoordelen deze kwestie als een sterke stam en leider die daardoor automatisch steun krijgt van andere volkeren die zich willen aansluiten bij de wereldmacht van toen. We zouden het nu kunnen vergelijken met de Verenigde Staten van Amerika die overal waar ze gaan bondgenoten (maar ook vijanden) vinden.

In het huidige tijdsperk zijn er nu landen, naties en volkeren die claimen rechtstreekse afstammelingen van de Hunnen te zijn, nu is het uiteraard wel duidelijk dat dit onmogelijk is aangezien er zoveel vermengingen en versmeltingen zijn dat er geen “rechtstreekse afstammelingen van de Hunnen” zijn. Dit wil echter niet zeggen dat we de herkomst en cultuur van de Hunnen niet kunnen onderzoeken om de huidige volkeren die zich erop beroepen beter te kunnen begrijpen waarom ze deze Hunnen en hun machtige leider Attila de Hun, claimen als hun voorvaderen. Hierbij zijn de belangrijkste kandidaten de Turken en Hongaren, waar onderling tussen Hongaren en Turken nog wel eens een vurige discussie ontstaat over de afkomst van Attila de Hun.


Avrupa Hun İmparatorluğu”(4)


Hoofdstuk 1:
“Wat was de voorgeschiedenis van de Hunnen?”
De Hunnen waren een verschijnsel dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Met de komst van de Hunnen uit Centraal Azië begon er een ware volksverhuizing die verantwoordelijk was voor de val van het bijna achthonderd jaar oude Romeinse Rijk. Hoe kwamen de simpele primitieve Hunnen in een positie van waar ze tol en geld van zowel het Oost-Romeinse als het West-Romeinse Rijk konden eisen?

Eén van de stammen die rond de tijd van de Han-dynastie (ongeveer de laatste drie eeuwen voor Christus) voortdurend in strijd was met de Chinezen, waren de Hunnen. Na jaren van strijd lukte het de Hunnen om alle verwante stammen te verenigen tegen de Chinezen en zo de Chinezen definitief te verslaan. Deze Hunnen en hun verwante stammen hadden meerdere dingen gemeen; zo spraken ze allemaal een dialect en/of taal uit de Turkse taalgroep, leefden ze als nomaden, waren ze gespecialiseerd met pijl en boog op paarden en hielden ze zich vooral bezig met de jacht en strijd.(5)

Toen het in 220 voor Christus de leider van de Hunnen, genaamd Teoman Han, lukte om alle Turkstalige stammen te verenigen en zo de Chinezen te verslaan, werd in hetzelfde jaar Het Grote Rijk der Hunnen (oftewel “Büyük Hun İmparatorluğu”) uitgeroepen. Dit Rijk besloeg heel Noord- en West-China en omstreken en is nog steeds één van de grootste Rijken in de wereldgeschiedenis tot nu toe. Het reikte op zijn hoogtepunt van de Pacifische Zee tot India en Kazachstan.(6) Alleen Het GökTürk Rijk (552 tot 745 (7)) en Het Mongoolse Rijk (1167 tot 1368) waren groter, waarbij het Rijk der Mongolen het grootst was.(8)
Het centrale geloof in dit immense Wereldrijk was het Sjamanisme; wat het geloof in geesten en de natuur inhoudt. Elk boom en elk plant werd geacht een ziel te hebben en daarom moest men de natuur in alle gevallen te vriend houden, volgens de Hunnen.(9) Na de dood van de stichter van Het Grote Rijk der Hunnen, Teoman Han in 209 v.C., nam zijn zoon Mete Oğuz Han het over. Zijn eigenlijke naam was Mete, maar wegens zijn grote overwinningen onder zijn vader Teoman Han op de Chinezen en andere vijanden, kreeg hij de titel “Machtig Heerser” (oftewel Oğuz Han). “Han” betekent hierbij “heerser” en “Oğuz” “machtig, krachtig en/of jong”. Deze twee woorden worden tot op heden gebruikt en betekenen nog steeds hetzelfde in het Turks.(10)
 

Het Grote Rijk der Hunnen (220 v.C. – 216 n.C.) (11)

Met Mete Oğuz Han, die heerste van 209 v.C. tot en met zijn dood in 174 v.C., beleefde dit Rijk een hoogtepunt. Na ruim 435 jaar werd Het Grote Rijk der Hunnen pas in 216 n.C. klein gekregen door de opstandige Chinezen. Het Rijk stortte in elkaar en de verschillende stammen uit Het Grote Rijk der Hunnen keerden terug naar hun kernland in Centraal Azië.(12) Echter, er waren stammen Hunnen die hun toevlucht tot het Westen namen en de sprong in het diepe waagden. Zij splitsten zich op in twee groepen. Eén groep Hunnen trok westwaarts naar het zuidwesten en de andere groep Hunnen ging richting het noordwesten, op zoek naar een nieuwe thuis.(13)
Allebei de groepen zouden binnen enkele decennia nieuwe steppes en land vinden, ook stichtten ze beiden twee nieuwe Rijken. De eerste groep Hunnen vestigden zich al in de derde eeuw in het gebied van wat we nu West-Turkestan noemen, dus Turkmenistan, Kazachstan, Kirgizistan, Oezbekistan, Noord-Afghanistan, Noordoost-Pakistan en West-China. Onder de toenmalige leider van de Hunnen, Akşuvar Tegin (die heerste van 420 tot aan zijn dood in 450), werd er getracht een georganiseerd Rijk te stichten. Dit lukte Akşuvar Tegin in het jaar 420.(14)       
                              
Het Rijk der Ak-Hunnen (420 – 562) (15)
 
Het Rijk der Ak-Hunnen, dat ook wel “Het Indische Rijk der Hunnen” (oftewel Hindistan Hun İmparatorluğu) werd genoemd, betekent eigenlijk letterlijk Het Rijk der Witte Hunnen (in het Turks; Ak Hun İmparatorluğu). Ook het woord “Ak” komt tot op heden voor in de verschillende Turkse talen en/of dialecten. Zo ook in het Turks in Turkije. Het betekent zoveel als “wit, onschuldig en/of puur”. Later nemen de GökTurken ook hier de macht over in het jaar 562 in naam van Het GökTürk Rijk (552 – 745).(16) 
De andere groep Hunnen vond zijn weg ten zuiden van het Ural gebergte door de Volga Vallei in het huidige Rusland en vestigden zich daar aan het eind van de derde eeuw. Deze Hunnen werden vanaf dat moment ook wel de Volga Hunnen (oftewel in het Turks; Volga Hunlar) genoemd, om onderscheid te maken tussen de Ak Hunnen en Hunnen in Centraal Azië. In de tweede helft van de vierde eeuw begonnen de Hunnen echter verder te trekken naar het Westen, waarschijnlijk wegens aanhoudende droogte en gebrekkig graasgronden voor hun paarden. Zo kwam het dat de Volga Hunnen in het begin van de vierde eeuw de Alanen aanvielen, een volk dat leefde tussen de rivieren de Volga en de Don ten noorden van de Zwarte Zee. Nadat de Volga Hunnen de Alanen een zware nederlaag hadden toegebracht, trokken zij verder naar het westen waar ze eigenlijk zonder enig moeite de Ostrogoten onderwierpen en de Visigoten westwaarts dreven.(17)
De grote overwinningen die de Volga Hunnen met gemak behaalden vormden een goede bron van inkomsten; door middel van buit, belastingen en tol groeiden de Volga Hunnen uit tot een geduchte tegenstander. De toenmalige leider Balamir (die heerste van 374 tot aan zijn dood in 395) besloot dan ook om zijn Hunnen te organiseren rondom het oorlog voeren, omdat dit voor meer inkomsten zorgde, en trok in georganiseerde vorm naar het Westen.(18)
 

Het (West- of Europees) Rijk der Hunnen in de 5de eeuw (19)

Vanaf dat moment, dus het jaar 374, spreken we van Het West Hunnen Rijk (in het Turks; Batı Hun İmparatorluğu) of ook wel Het Europese Rijk der Hunnen (in het Turks; Avrupa Hun İmparatorluğu), om onderscheid te maken met het Rijk der Ak Hunnen. Dit West Hunnen Rijk zou het uithouden van het jaar 374 tot en met het jaar 469. Op het einde van de vierde eeuw leken zij versterkt te worden door pas bijgekomen stammen, die zich aangetrokken voelden tot de onverslagen Hunnen. Vanaf dat moment werden de Hunnen zo machtig dat de Romeinen zich rond de tijd van keizer Theodosius de Grote (regeerperiode 379-395), verplicht voelden om hen een stevige tol te betalen.De West Hunnen beleefden hun absolute hoogtepunt echter toen in 430 Ruga (ook wel Rua genoemd in Westerse bronnen) aan de macht kwam. De betalingen en belastingen die ze ontvingen van het Oost-Romeinse Rijk in ruil voor vrede stegen explosief.(20)
           
Dit kwam goed uit voor de Hunnen want eigenlijk konden ze geen bedreiging vormen voor het Romeinse Rijk. Immers, zij waren niet bekwaam in het belegeren van ommuurde steden. Ruga en zijn Hunnen hielden het bij het bestormen van het Romeinse platteland en Germaanse dorpen. Dit veranderde toen Ruga stierf in het jaar 434, samen met zijn oudere broer Bleda leidde Attila voortaan de Hunnen. Bleda verkoos het verblijf in het kernland van de Hunnen, namelijk de Volga Vallei, terwijl Attila in Oost-Europa en vooral de Balkan bleef om de troepen te leiden. Dit zorgde voor irritatie tussen de twee broers omdat Bleda zijn troepen hierdoor niet of nauwelijks aanvoerde in de strijd, Attila echter was altijd in de voorste gelederen en de eerste die op de vijand afstormde. Met de steun van de Hunnen werd Attila in 445 dan ook alleenheerser door zijn oudere broer Bleda om te brengen.(21)

Attila was overtuigd van het feit dat hij de wereld kon en moest overheersen en zag dit als een missie die de Goden hem opgelegd hadden. Attila begon een grootschalige campagne tegen eerst het Oost-Romeinse Rijk, waar hij nog meer goud kreeg van de Oost Romeinse keizer in Constantinopel om hem met rust te laten dan ooit tevoren, en hierna het West-Romeinse Rijk.(22)

Tussen 447 en 450 leefden Attila en zijn Rijk van de buit en het belastingsgeld van het Oost-Romeinse rijk, voordat zij naar het Westen trokken. Het West-Romeinse Rijk werd toen officieel geregeerd door keizer Valentinianus III, maar werd eigenlijk gecontroleerd door de militaire leider Aetius. Het was Aetius die een confederatie verzamelde waarmee hij het hoofd kon bieden aan de Hunnen. Deze confederatie bestond uit Franken, Visigoten en zijn eigen Romeins-Germaans leger.(23)

Toen Attila uiteindelijk Gallië binnenviel in 451, brachten de Romeinen en hun bondgenoten hem met vereende krachten een nederlaag toe. Op de Catalaunische Velden dichtbij het huidige Châlons-en-Champagne en Châlons-sur-Marne in Frankrijk, verloren Attila en zijn West Hunnen voor het eerst een veldslag (de West Hunnen waren onverslagen vanaf het begin van de vierde eeuw). Het was een wreed gevecht met weinig tactische scherpzinnigheid en aan het einde van de dag was Aetius ietwat aan de winnende hand. Desondanks kon hij Attila niet voor eens en altijd stoppen, want Aetius had vrijwel zijn hele leger verspeeld in deze strijd. De eerste nederlaag van de Hunnen betekende ook de eerste overwinning van de Romeinen op de Hunnen, maar de prijs was zeer groot. Het Romeinse leger was gereduceerd tot een handjevol manschappen, terwijl Attila nog altijd over het merendeel van zijn leger beschikte en zelfs nog reservetroepen had die niet meegevochten hadden in de Slag bij Châlons-sur-Marne in 451.(24)

Hierdoor lag de weg naar Rome open. Nu leidde Attila in 452 zijn troepen over de Alpen naar Milaan (Mediolanum) en  kwam bij de West-Romeinse hoofdstad zelf. Zonder enig serieus tegenstand veroverde Attila heel Noord- en Midden-Italië tot aan de muren van Rome zelf. Er bestaat onduidelijk over waarom de Hunnen Rome zelf niet innamen en terugkeerden; het feit dat de Hunnen weinig ervaring hadden met het belegeren van steden en dat Attila had gehoord van een bedreiging voor het Oost-Romeinse rijk zullen een grote reden hebben gespeeld hierbij. Attila wilde namelijk het Oost-Romeinse Rijk zelf overnemen en niet kwijtraken aan de (Ostro-)Goten, die in opstand gekomen waren tegen het Oost-Romeinse Rijk.(25)

Op zijn weg naar de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel overleed Attila plotseling in 453. Over zijn dood doen meerdere verhalen de ronde; volgens sommige bronnen zou Attila vergiftigd zijn door de Romeinen, volgens andere bronnen had Attila teveel gedronken en weer volgens andere bronnen werd hij tijdens zijn huwelijksnacht door zijn nieuwste vrouw vermoord. Uitsluitsel is moeilijk te geven, aangezien het lijk van de grote heerser Attila nooit teruggevonden is. Attila werd begraven door zijn meest trouwe dienaars, die vervolgens zelfmoord pleegden zodat het graf van Attila nooit bekend zou worden onder zijn vijanden.(26)

Al snel na de dood van Attila braken er door de onervarenheid en onderlinge ruzies tussen de zonen van Attila meerdere opstanden uit onder de volkeren die zich later bij de Hunnen hadden aangesloten. De zonen van Attila waren door hun onderlinge machtsstrijd niet bij machte om dit proces te stoppen en door het geïntegreerde karakter van de Hunnen en het Rijk wat ze hadden veroverd, raakten de Hunnen binnen enkele jaren geassimileerd in de lokale bevolking en verdwenen zo van het Europese toneel.(27)


Hoofdstuk 2:

“Wat hebben de Hunnen te maken met de Turken?”
De Hunnen waren nomaden die vanuit de steppen van Centraal Azië in de vierde eeuw Oost-Europa binnentrokken. Daarvoor hadden de Hunnen al enkele eeuwen lang de noordgrens van China geteisterd. Zij waren befaamde krijgers en ruitervolkeren net als de Scythen, Sarmaten en Alanen (die hen voorgingen naar het Westen) en de Bulgaren, Avaren, Magyaren, Seldjoeken, Ottomanen, Tataren, Mongolen, Oeghuzen en Oegjoeren (die na de Hunnen allemaal een rol van betekenis in de wereldgeschiedenis zouden spelen door al dan niet gedeeltelijk naar het Westen te trekken).

Als we kijken naar de geschiedenis van de “Turkse Volkeren”, dan moeten we eerst bepalen wat we bedoelen met “Turks”. Dit kan namelijk leiden tot misvattingen. De huidige Turken in Turkije hebben een eigen ras dat ook aangeduid wordt als ‘Turken’. Alhoewel historici tegenwoordig steeds meer ‘Turkse/Turkish’ en ‘Turkische/Turkic’ als termen gebruiken, om verwarring te voorkomen. Het eerste duidt het volk en de tweede het ras aan. Waar de Turken horen tot het Turks Altaïsche ras (Türk Ural-Altay kavimleri, ook bekend als ‘Turan’(28)), horen de Hunnen hier ook bij. Allebei komen ze van oorsprong uit Centraal Azië, wat toepasselijk Turkestan heet. Voor de duidelijkheid zijn hier de andere belangrijke rassen op aarde: het Negroïde, Kaukasische, Sinitische (Chinese) en Indo-Europese ras, uiteraard
zijn deze nu dermate gemengd dat er veel versmeltingen zijn.(29)

Als we kijken naar de (West) Hunnen en hun afkomst dan zien we zoals hiervoor beschreven dat het hier gaat om een ruitervolk uit Centraal Azië, waar sprake is van een samenleving in stammenverband. Men sprak van oorsprong een Turks dialect spraken, dat trouwens vrij goed te verstaan is door een individu die het hedendaagse Turks machtig is. Dit is dan ook één van de redenen dat men de Hunnen als één van de voorvaderen van de Turken ziet en dit wordt teruggezien door middel van een gezamenlijke taal en afkomst (respectievelijk de Turkse taalfamilie en de steppes van Centraal Azië).(30)

Tegenstanders echter, zoals Patrick Geary, zeggen dat het de periode van ruim duizend vijfhonderd jaar waarbij zowel de Hunnen als de huidendaagse Turken een geheel andere verandering doormaken, zelfs in dergelijke mate dat men in Turkije zich volkomen onterecht beroept op Centraal Azië, grote vermengingen laten zien. Volgens Geary vormden de Hunnen in de vierde en vijfde eeuw een confederatie met de stammen die zij veroverden en lieten de veroverde stammen volledig vrij in het promoveren langs de Hunse rangen en gelederen. Hierdoor zaten er bijvoorbeeld Gotische, Vandaalse, Romeinse en Griekse aanvoerders in het Hunnen leger en waren ze veelal getrouwd met Hunse vrouwen, aldus Geary. (31)

Het klopt dat de Hunnen niet selecteerden op basis van etniciteit maar op basis van krijgerkwaliteiten. Maar in plaats van dat de Hunnen hun eigen cultuur verwaarloosden, werd juist door deze assimilatie van de veroverde volkeren de Centraal Aziatische/Turkse cultuur verspreid. Deze veel vrijere Turkse cultuur hield in dat men niet alles wat vreemd was, moest vernietigen maar predikte assimilatie, acceptatie jegens de niet-Hunnen en vrijheid van geloof, taal en gewoonte voor de overwonnen volkeren zolang ze de oppermacht van de Hunnen maar accepteerden.(32) Er is in mindere mate sprake van een gezamenlijke cultuur, maar meer sprake van een Turkstalige harde kern van krijgers die van Hunnen afstamden waaronder stammen dienden ongeacht afkomst, taal en etniciteit.(33)

Ook andere Turkse stammen zoals Seldjoeken en Osmanen, die later via de grotendeels zelfde route als de Hunnen Europa en Anatolie zouden binnenkomen, handhaafden deze Centraal Aziatisch/Turkse gewoonte van assimilatie van de overwonnen volkeren in plaats van ze te elimineren door middel van geweld, wat vooral in de Westerse/Europese cultuur en geschiedenis toegepast werd. Doordat de heersende Turkse elite in de door Seldjoekse en Osmaanse Turken overwonnen gebieden, een Turkstalig dialect sprak en een periode van ruim negenhonderd jaar regeerde (respectievelijk de Seldjoekse en Osmaanse Rijk), voegde de inheemse inwoners zich naar de cultuur van de overheersers. Dat de huidige Turken zich via de Seldjoeken, die uit Centraal Azië komen waar duizend vijfhonderd jaar geleden ook de (West) Hunnen vandaan kwamen, beroepen op de (West) Hunnen heeft dan ook veel te maken met een gezamenlijke taal, cultuur en geschiedenis.(34)


Conclusie:

We zien dus dat de (West) Hunnen uit de vierde eeuw en de Turken uit de twintigste eeuw allebei voortkomen uit stammen die vanuit Centraal Azië naar het Westen emigreerden. De (West) Hunnen van toen en de Turken van nu vertonen kenmerken van gelijkenissen qua taal, cultuur en ras. Maar het feit dat de huidige Turken en de toenmalige (West) Hunnen allebei van het Turks Altaïsche ras afkomstig zijn, wil niet perse zeggen dat de (West) Hunnen van toen en de Turken van nu hetzelfde volk zijn. We kunnen wel zeggen dat de (West) Hunnen en de Turken voortkomen uit dezelfde stammen die ruim 1500 jaar geleden in Centraal Azië leefden. Dat de taal en cultuur nog steeds primair op elkaar lijken, komt voort uit het feit dat de voorvaderen van de beide volkeren dezelfde zijn. Wat overigens niet wegneemt dat er inderdaad Turken in Turkije kunnen zijn met bloed van één van hun beroemde voorvaders; namelijk de Hunnen.

     
Hoofdstuk 3:
“Waarom claimen de Hongaren deze Hunnen?”
Na de ineenstorting van de Sovjet Unie, kwamen de voormalige Oostblok landen volledig onder de invloed van het nationalisme. Hongarije is een mooi voorbeeld hoe het een karakter uit de geschiedenis zodanig kan nationaliseren dat het wordt gezien als een nationaal symbool door het Hongaarse volk.

De Hunnen kwamen in 374 naar Europa getrokken voor verse graasvlakten voor hun paarden, na enkele veldslagen tegen het Romeinse Rijk werd deze dermate verzwakt dat het bijna achthonderd jaar oude Romeinse Rijk in 476 uit elkaar viel. Deze Hunnen noemden hun Rijk in Europa: het Rijk der West Hunnen of Het Europese Rijk der Hunnen (Batı Hun veya Avrupa Hun İmparatorluğu). De Hunnen geloofden in het Sjamanisme, er was nog geen sprake van islam of christendom.(35)

Echter toen er later weer enkele Centraal Aziatische stammen in Oost- en Midden-Europa kwamen, werd er in 889 nogmaals een Turkstalig Rijk gesticht. De verschillende volkeren die vanuit de steppes uit Centraal-Azië kwamen, zoals Magyaren, Avaren, Bulgaren en Peçenekken, spraken allemaal een Turks dialect. Hierdoor waren ze onderling goed te verstaan, en mede hierdoor verenigden ze zich, na enkele onderlinge schermutselingen, in een klein koninkrijk in Oost-Europa. Dit Rijk wordt in het Turks “Macar Krallığı” genoemd, oftewel Het Koninkrijk der Magyaren. In West-Europa geldt het echter als het “Huns/Hongaars Koninkrijk”, omdat alle Aziatische stammen in die tijd nog steeds met de Hunnen werden vereenzelvigd. Het wil echter dat in die tijd de Hunnen van de vierde en vijfde eeuw al geen rol van betekenis speelden en dat het merendeel al geïntegreerd was in de lokale bevolking. Men kon al niet meer spreken van Hunnen, omdat ze simpelweg “weggeïntegreerd” waren.(36)

Het Rijk dat in 889 bestond werd vooral gedomineerd door Magyaren en in mindere mate door Avaren, Bulgaren en Peçenekken. De Avaren en Bulgaren hadden hiervoor al hun eigen Rijk, respectievelijk Het Rijk der Avaren (Avar İmparatorluğu) van 565 tot 835 en Het Turks-Bulgaarse Rijk aan de Donau in Zuidoost-Europa (Tuna Türk Bulgar İmparatorluğu; 584 – 1018) en Het Turks-Bulgaarse Rijk aan de Volga in Centraal-Rusland (Volga Türk Bulgar İmparatorluğu; 770 – 1400). De Donau en Volga zijn rivieren die centraal door deze twee Rijken heen stroomden.(37)

Toen dit Magyaars Koninkrijk rond 1300 onder invloed van de omringende Slavische en christelijke volkeren christelijk werd, werden de verschillende volkeren in dit gebied hierna vermengd tot de huidige Hongaren. Men kan hierbij denken aan Slavische volkeren, Magyaren en kleine groepen Peçenekken, Avaren, Bulgaren en anderen. Er moet echter wel opgemerkt worden dat er in Hongarije en Oost-Europa nog steeds kleine tot middelgrote groepen Turkstalige volkeren leven die in alle waarschijnlijkheid behouden bleven dankzij de verovering van “Macar Krallığı”, oftewel Hongarije, door de Osmaanse Turken in 1540.(38)

Conclusie:
Doordat de huidige Hongaren indirect afstammen van de Hunnen, Magyaren, Slavische volkeren, lokale inwoners en kleine groepen Peçenekken, Avaren, Bulgaren, Osmanen en anderen, claimen ze de meest bekende stam van de bovenstaande stammen. Dit terwijl de Hunnen van de vijfde eeuw al in de zesde eeuw dermate geïntegreerd waren in de lokale bevolking dat men al niet meer van “Hunnen” kon spreken. Hierna kwamen achtereenvolgens de Avaren (van 565 tot 835), de Bulgaren (van 584 tot 1018), de Magyaren (van 889 tot 1300) en andere kleine groepen zoals de Peçenekken, allemaal uit Centraal Azië, waarmee de lokale bevolking en omringende Slavische volkeren zich mee vermengden. Het zou best kunnen dat de huidige Hongaar een beetje Hunnen bloed door zijn aders heeft lopen, maar die kans is, zoals boven aangegeven, zeer klein dan wel miniem.


Literatuur:

  1. R. McKitterick, The Early Middle Ages, New York 2003
  2. P.J. Geary, The Myth of Nations; The Medieval Origins of Europe, New Jersey 2003
  3. J. Otto Maenchen-Helfen, The World Of The Huns, California 1973
  4. E.A. Thompson, The Huns, Blackwell 1996

Boeken in de Turkse taal:

  1. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken), İstanbul 2002
  2. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1), İstanbul 1983

Boeken vertaald uit het Hongaars:

  1. G. Fehér, Türk kültürünün Avrupaya tesiri: Bulgar Türkleri, Macarlar ve bunlara akraba olan milletler (De invloed van de Turkse Cultuur in Europa: De Bulgaarse Turken, Hongaren en volkeren die hieraan verwant zijn) Ankara, 1986



Armand Sağ

28 februari 2007

© Armand Sağ 2007

1. J. Otto Maenchen-Helfen, The World Of The Huns (California 1973) 18.
2. Rosamond McKitterick, The Early Middle Ages (Oxford 2001) 10-11.
3. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 187-189.
4. Dit is een Turks verzamelkaart in een serie van 16 kaarten, die elk één van de zogenaamde Grote Turkse Rijken (“Büyük Türk Devletleri”) in het kort uitlegt. In dit geval wordt het Europese Rijk der Hunnen (“Avrupa Hun İmparatorluğu”) afgebeeld, de vlag van de Hunnen is ook te zien. Het is een gele adelaar in de vorm van een pijl (onderaan de adelaar is de punt te zien) op een witte achtergrond, de adelaar heeft ook nog een kroon op zijn hoofd wat symbool staat voor het feit dat de Hunnen bevoordeeld waren door de God van de Oorlog om heersers van de wereld te worden, zoals de Hunnen zelf geloofden. De jaartallen staan ook op deze kaart vermeld; 375 tot 454 na Christus. Het Rijk der Hunnen hield het dus 79 jaar uit, volgens deze kaart. Als laatst zien we de naam en afbeelding van Attila, waaruit we duidelijk kunnen opmaken dat de Republiek Turkije (die deze kaarten zelf heeft laten drukken door het Ministerie van Cultuur en Onderwijs) zeer zeker is van zijn zaak dat de Hunnen en Attila, één van de voorvaderen van de Turken zijn of in ieder geval ook Turks waren.
5. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 45-47.
6. idem 46.
7. idem 66.
8. idem  239.
9. idem 55-56.
10. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 47-48.
11. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları Tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken; İstanbul, 2002) 16.
12. idem 52-53.
13. idem 59-62.
14. idem 75-76.
15. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları Tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken; İstanbul, 2002) 74.
16. idem 78-79.
17. E.A. Thompson, The Huns (Blackwell 1996) 67-68.
18. J. Otto Maenchen-Helfen, The World Of The Huns (California 1973) 59-63.
19. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları Tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken; İstanbul, 2002) 58.
20. E.A. Thompson, The Huns (Blackwell 1996) 82-85.
21. E.A. Thompson, The Huns (Blackwell 1996) 96-99.
22. idem 98-103.
23. J. Otto Maenchen-Helfen, The World Of The Huns (California 1973) 132-137.
24. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları Tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken; İstanbul, 2002) 67-68.
25. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 184-187.
26. M. Orhan Bayrak, Türk İmparatorlukları Tarihi (Geschiedenis van de Turkse Rijken; İstanbul, 2002) 69-72.
27. idem 72-73.
28. De volgende volkeren horen onder andere tot het Turks Altaïsche ras:
Turken (in Turkije), Azerbeidzjanen (in Azerbeidzjan, als minderheid in Iran), Noord-Cyprioten (in Noord-Cyprus), Tataren (in Tataristan, Rusland en als minderheid in Oekraïne, Moldavië, Roemenië), Turkmenen (in Turkmenistan, als minderheid in Irak), Kazakken (in Kazachstan), Kirgiezen (in Kirgizistan), Oezbeken (in Oezbekistan), Tadzjieken (in Tadzjiekistan), Noord-Afghanen (in Noord-Afghanistan, oftewel Afghaans Turkestan), Karakalpakistanen (in Noordoost-Pakistan), Oejgoeren (in West-China, oftewel Oost-Turkestan), Mongolen (in Mongolië), Bulgaren (in Bulgarije), Bosniërs (in Bosnië en Herzogovina, voormalig Joegoslavië), Hongaren (in Hongarije), Finnen (in Finland, vooral rond de stad Turku), Kareliërs (in Karelië, het grensgebied van Rusland en Finland), Esten (in Estland), Yakoeden (in Yakudistan, Oost-Rusland), Mancoeren (in Mancoerije, het grensgebied van Rusland en China) en Koreanen (in zowel Noord- als Zuid-Korea).
Deze volkeren worden nog onderzocht, maar zijn volgens sommige historici echter al bewezen van het Turks Altaïsche ras afkomstig te zijn:
Maya’s, Azteken, Inca’s en Indianen (in Amerika, overgestoken via Rusland naar Alaska, Amerika), Eskimo’s (in de Noordpool, overgestoken via Rusland) en de Amazones (in Oost-Europa, vooral Oekraïne en de Krim).
29. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 17-43.
30. idem 180-182.
31. Patrick J. Geary, The Myth of Nations (New Jersey 2003) 96.
32. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983)
33. Patrick J. Geary, The Myth of Nations (New Jersey 2003) 96-99.
34. Y. Öztuna, Büyük Türkiye tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 359-366.
35. G. Fehér, Türk kültürünün Avrupaya tesiri: Bulgar Türkleri, Macarlar ve bunlara akraba olan milletler (De invloed van de Turkse Cultuur in Europa: De Bulgaarse Turken, Hongaren en volkeren die hieraan verwant zijn; Ankara, 1986) 58-62.
36. idem 64-78.
37. Y. Öztuna, Büyük Türkiye Tarihi (De grote geschiedenis van Turkije; deel 1, İstanbul 1983) 200-204.
38. G. Fehér, Türk kültürünün Avrupaya tesiri: Bulgar Türkleri, Macarlar ve bunlara akraba olan milletler (De invloed van de Turkse Cultuur in Europa: De Bulgaarse Turken, Hongaren en volkeren die hieraan verwant zijn; Ankara, 1986) 212-216.

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)